Recht op vergoeding op planschade verder in hokjes gebracht
24 december 2021 leestijd 4 minuten auteur Hans Both
In een uitspraak van 3 november 2021[1] biedt de Afdeling bestuursrechtspraak enkele handvatten voor het bepalen van de drempel bij het normale maatschappelijke risico. De Afdeling borduurt hiermee verder op haar eerdere overzichtsuitspraak over planschade uit 2016: ECLI:NL:RVS:2016:2582
In eerdere uitspraken is al bepaald dat een waardevermindering voor in beginsel maximaal 5% voor je eigen rekening komt door een normale maatschappelijke ontwikkeling als gevolg van een wijziging van het planologische regime van percelen van een derde (de zogenoemde indirecte planschade).
Als de gemeente de bestemming wijzigt en dat is voor omwonenden of genabuurde bedrijven nadelig is een uitgangspunt dat je recht hebt op schadevergoeding. Je eigendom wordt minder waard, bij voorbeeld doordat je vrije uitzicht verdwijnt. Dat wordt (vergoeding van) planschade genoemd. Daarop wordt door de Rechtspraak op aandringen van de regering al jaren beknibbeld. Eerst moet de schade vastgesteld worden. Dat moet onafhankelijk gebeuren. Dat is helaas regelmatig niet zo, maar buiten dat heb je te maken met een ‘drempel’. Daar beneden heb je al helemaal geen recht op vergoeding van schade. Maar welke drempel wordt nu gepast? Het was eerst lomp 5% in alle gevallen. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (die tevens de overheid adviseert) hanteert (als hoogste rechter) nu een trapsysteem van 2% tot maximaal 5%:
Indien de ontwikkeling naar haar aard en omvang binnen de ruimtelijke structuur past van de omgeving en het gedurende een reeks van jaren gevoerde ruimtelijke beleid, mag het bestuursorgaan een drempel van 5% van de waarde van de onroerende zaak toepassen.
Indien aan één van beide indicatoren maar voor een deel wordt voldaan, is het hanteren van een drempel van 4% in beginsel aangewezen.
Indien aan één van beide indicatoren in zijn geheel niet wordt voldaan of indien aan beide indicatoren deels wordt voldaan, is het hanteren van een drempel van 3% in beginsel aangewezen.
Indien slechts aan één van beide indicatoren voor een deel wordt voldaan, of indien aan beide indicatoren in het geheel niet wordt voldaan, is in beginsel het toepassen van het minimumforfait van 2%, zoals bedoeld in artikel 6.2, tweede lid, aanhef en onder b, van de Wro aangewezen.
Het systeem lijkt prachtig. De werkelijkheid is rauw en niet zelden oneerlijk. Ik begrijp dat je iets moet als rechter, maar dit trapsysteem is nog steeds weinig toegesneden op individuele cases. Het is een voorbeeld van ‘hokjes denken’; het past meestal niet. De rechtspraak heeft weer iets bedacht dat zal leiden tot onredelijke uitkomsten. Pas als je schade lijdt hoger dan de toe te passen drempel mag je rekenen om enige compensatie, en dan pas vanaf die drempel. Als je een woning koopt: zoek uit welke plannen bestaan in de buurt of welke plannen zouden kunnen ontstaan, die je woongenot verkleinen.
[1] https://www.raadvanstate.nl/uitspraken/@127341/202007110-1-a2/