23 juni 2022, leestijd 3 minuten, mr. E.A.H. van den Bogaard, personen- en familierecht
De Hoge Raad heeft op 27 mei 2022 een interessante uitspraak gedaan in een zaak waarin de aftrek van betaalde hypotheekrente na echtscheiding in geschil was. In deze blog wordt het oordeel van ons hoogste rechtscollege behandeld.
De casus
De zaak gaat om twee ex-echtgenoten die buiten gemeenschap van goederen waren gehuwd. De belastingplichtige (de man) woonde in het huis van de vrouw. Per 1 december 2013 had hij zich uitgeschreven van het adres van die woning. De vrouw bleef op het adres wonen. Op de woning rustte een hypotheek. De man en de vrouw waren ieder volledig aansprakelijk voor de betaling van de hypotheekrente. De man heeft in 2013 de volledige hypotheekrente betaald. Hij heeft het betaalde bedrag vervolgens in aftrek gebracht in zijn aangifte inkomstenbelasting voor het jaar 2013.
De inspecteur van de Belastingdienst heeft de aftrek van de hypotheekrente voor de maand december 2013 bij de man niet geaccepteerd. Volgens de inspecteur is de hypotheekrente voor een woning alleen aftrekbaar voor de inkomstenbelasting in box 1 als die woning een ‘eigen woning’ is. Daarvoor is onder meer vereist dat de woning het hoofdverblijf is van de belastingplichtige. Een andere eis is, kort gezegd, dat de belastingplichtige eigenaar of mede-eigenaar van de woning is. De woning is echter niet van de man, maar eigendom van de vrouw. De man was het niet eens met de inspecteur. Hij spande vervolgens een rechtszaak aan.
Het oordeel van het gerechtshof en de Hoge Raad
Het gerechtshof was van oordeel dat de man wel recht had op aftrek van de hypotheekrente. Het was volgens het hof niet van belang of hij mede-eigenaar was van de woning. De Hoge Raad oordeelde echter anders. Volgens de Hoge Raad heeft een belastingplichtige die vanwege een (voorgenomen) echtscheiding de echtelijke woning heeft verlaten terwijl zijn ex-partner daar is blijven wonen, geen recht op aftrek van hypotheekrente voor die woning indien hij niet een deel van de eigendom van die woning bezit. Een uitzondering geldt alleen voor het jaar dat de partners uit elkaar zijn gegaan, als de belastingplichtige samen met de ex-partner heeft gekozen voor een zogenaamd ‘voljaarspartnerschap’.
Voljaarspartnerschap
Samenwonende fiscale partners kunnen de aftrek voor de inkomstenbelasting van hypotheekrente voor hun eigen woning onderling vrij verdelen. Daarbij is niet van belang wie de eigenaar van de woning is. Het maakt ook niet uit wie de hypotheekrente heeft betaald. Als twee fiscale partners in de loop van het jaar uit elkaar gaan en gescheiden gaan wonen, dan kunnen zij er voor kiezen om nog voor het gehele kalenderjaar als fiscale partners te worden aangemerkt. Dat wordt een voljaarspartnerschap genoemd. Zij kunnen de aftrek dan alsnog vrij verdelen.
Het oordeel van de Hoge Raad is te vinden op rechtspraak.nl onder kenmerk: ECLI:NL:HR:2022:765. Heeft u vragen over uw voorgenomen echtscheiding? Neem dan gerust contact op met één van onze advocaten.