11 november 2022 leestijd 3 min door Hans Both
Beslag op inkomen bij schulden van mensen
Een persoon die schulden heeft kan geconfronteerd worden met een beslag op zijn bankrekening. Daarvoor moet de schuldeiser wel een gerechtelijke uitspraak hebben. Tot voor kort was het zo dat als je salaris net op die rekening was gestort en daardoor het saldo positief is, de schuldeiser middels bankbeslag eerst aan zijn trekken komt. Sinds 1 januari 2021 steekt de wetgever hier een stokje voor. Een deel van het banksaldo valt namelijk niet onder een beslag. Hierdoor kan de schuldenaar blijven voorzien in zijn primaire levensbehoeften. Wij hebben de indruk dat dit werkt. Deurwaarders moeten dit actief toepassen en banken weten er ook van.
Dit systeem werkt niet bij een faillissement of bij een wettelijke schuldsaneringsregeling. Als in zo’n situatie toch salaris of een uitkering op de bankrekening wordt gestort, dan gaat het gehele saldo naar de boedel. Er geldt wel een zogeheten vrij te laten bedrag. Een deel van inkomen uit arbeid of uitkering mag je houden ook al ben je failliet. Zodra het geld op de bank is gestort, verschiet het van kleur en dan gaat het inkomen over de maand voorafgaand aan het moment dat de persoon failliet gaat geheel naar de boedel.
De Hoge Raad heeft zich recent over zo’n situatie uitgelaten . De Hoge Raad oordeelt dat ingeval van faillissement / schuldsanering kan worden bepaald dat de schuldenaar een deel niet hoeft af te dragen van de per faillissementsdatum tot de boedel behorende middelen. De hoogte daarvan kan afgestemd worden op het bedrag dat voor primaire levensbehoefte direct nodig is en duurt zolang de schuldenaar nog niet beschikt over het eerste vrij te laten bedrag. De rechter-commissaris moet dit wel vaststellen en er bestaat geen verplichting om het zo te doen. Er gaan wel stemmen op om het toch tot wet te maken. In de eerste weken van een faillissement / schuldsanering komt er heel veel op mensen af. Dan kan het maar op voorhand duidelijk zijn wat je rechten zijn.