10 augustus 2021 leestijd 3 min mr. E.A.H. van den Bogaard
Recentelijk heeft de rechtbank Rotterdam een werkgever veroordeeld tot betaling van onder meer een billijke vergoeding van € 55.000. De werkneemster is in december 2020 door een goede vriendin in contact gebracht met werkgever. Werkgever en werkneemster hebben vervolgens overleg met elkaar gevoerd voor een mogelijke indiensttreding van werkneemster bij werkgever. Na de nodige onderhandelingen heeft werkneemster ontslag genomen bij haar toenmalige werkgever. Op 6 januari 2021 is werkneemster op basis van een mondelinge arbeidsovereenkomst in dienst getreden bij werkgever in de functie van operationeel manager. Werkgever en werkneemster spraken af dat werkneemster de bedrijfsprocessen ging optimaliseren en de financiële administratie ging bijwerken. Ondanks dat de afspraken niet op papier werden gezet, ging werkneemster aan de slag.
Op 25 februari 2021 heeft de werkgever aan de werkneemster een arbeidsovereenkomst voor de duur van drie maanden aangeboden. Per WhatsApp meldt hij: ‘Ik heb je gemaild in verband met je arbeidsrelatie. Ik wil morgen uitsluitsel en anders beroep ik me op je proeftermijn.’ Werkneemster heeft daarop laten weten dat zij hier niet mee instemt. Volgens haar zijn zij mondeling een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd overeengekomen. Dit schiet werkgever in het verkeerde keelgat. Hij laat per e-mail weten dat een vaste aanstelling het ‘niet gaat worden’ . Nog dezelfde dag verandert werkgever zijn standpunt. Hij claimt dat ze toch een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd hebben afgesproken met een proeftijd van twee maanden. Sterker nog, het contract zou zelfs schriftelijk afgesproken zijn. Werkgever verzond werkneemster vervolgens een – mede door haar ondertekende – arbeidsovereenkomst toe. Werkneemster betwistte dat zij de arbeidsovereenkomst ondertekend had. Vervolgens deed zij aangifte van valsheid in geschrifte.
De werkneemster stapte naar de rechtbank en eiste een billijke vergoeding. Vermoedelijk heeft de rechtbank de werkgever flink aan de tand gevoeld. Tijdens de procedure bekende de werkgever namelijk dat de getekende arbeidsovereenkomst niet de gemaakte afspraken weergaf. Er was ook geen proeftijd vastgelegd. Wél zou er volgens de werkgever mondeling afgesproken zijn dat het een tijdelijk contract betrof. Op verzoek van de werkneemster, vanwege een hypo-theekaanvraag, was een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd opgesteld.
De rechter oordeelde dat de werkgever ernstig verwijtbaar had gehandeld rondom het afspreken en opzeggen van de arbeidsovereenkomst. Een proeftijd kan alleen schriftelijk overeengekomen worden. Een niet-schriftelijk overeengekomen proeftijdbeding is per definitie nietig. De werkgever werd veroordeeld tot het betalen van een billijke vergoeding van € 55.000. Daarnaast kon de werkneemster een schadevergoeding wegens onregelmatige opzegging ad € 8.640 claimen. Ook moest een transitievergoeding ter hoogte van € 402,40 worden voldaan.
Het is van groot belang dat u de afspraken met uw werknemers schriftelijk vastlegt. Heeft u vragen over het opstellen van arbeidsovereenkomsten, neem dan gerust contact op met één van onze advocaten.
Rechtbank Rotterdam van 8 juni 2021, ECLI:NL:RBROT:2021:5349.