8 maart 2021 leestijd 2 min mr. E.A.H. van den Bogaard arbeidsrecht
Op 19 februari 2021 heeft de Hoge Raad een interessante uitspraak gedaan over hoe de bepalingen in een personeelshandboek geïnterpreteerd moeten worden.[1] Aanleiding van de zaak was een meningsverschil tussen een werknemer en werkgever over het begrip ‘bruto jaarinkomen’.
Cao-norm of Haviltex formule
Er zijn juridisch twee manieren om de tekst van het personeelshandboek te beoordelen. Via de Haviltex formule of de cao-norm. Bij de Haviltex formule komt het aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan de bepalingen van een contract mochten toekennen en op wat zij daarbij redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Bij de CAO-norm zijn de bewoordingen van de bepalingen, gelezen in het licht van de hele tekst, in beginsel van doorslaggevende betekenis. Dat betekent niet per definitie dat het contract steeds grammaticaal moet worden uitgelegd, maar wel dat uitleg alleen kan plaatsvinden op basis van de naar objectieve maatstaven kenbare bedoeling van partijen. De cao-norm is door de Hoge Raad van toepassing verklaard op de cao en het sociaal plan.
De vraag rijst hoe het personeelshandboek beoordeeld moet worden. Moet hiervoor de Haviltex formule of de cao-maatstaf worden gehanteerd? De Hoge Raad oordeelde op 19 februari 2021 dat de cao-norm moet worden gebruikt. De letterlijke tekst van het personeelshandboek is dus van doorslaggevende betekenis.
Pas uw personeelshandboek indien nodig aan
Reden voor de HR-medewerker om het personeelshandboek kritisch na te kijken. Mogelijk staan er zaken die uw organisatie anders bedoelt. Wellicht bevat het handboek teksten die voor meerdere interpretaties vatbaar zijn. Mocht dit het geval zijn, pas uw personeelshandboek dan aan. Voor vragen neem contact op met een van onze advocaten.
[1] Hoge Raad d.d. 19 februari 2021, ECLI:NL:HR:2021:266.