3 februari 2021 leestijd 3 min mr. E.A.H. van den Bogaard (Arbeidsrecht)
Op 13 januari 2021 heeft het gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten een interessante uitspraak gedaan. Een werkgever en een werknemer spraken een urenreductie af van 50% vanwege de coronacrisis. De werknemer krijgt echter spijt en vordert in rechte betaling van het achterstallig loon. Het gerecht buigt zich vervolgens over de vraag of rechtsgeldig een vermindering van werkuren is afgesproken.
Voorgeschiedenis
De werknemer is sinds 1 november 2018 werkzaam als verkoopassistente in de kaaswinkel van de werkgever. Wegens goed functioneren is haar dienstverband omgezet naar een dienstverband voor onbepaalde tijd. De werknemer verdient NAf. 2.451,30 per maand (€ 1.127,55). Vanwege de coronapandemie lijdt de kaaswinkel aanzienlijke omzetverliezen. De werkgever luidt de noodklok en roept haar personeel bijeen. Tijdens een vergadering met alle medewerkers legt zij twee opties op tafel:
- de werknemers kunnen per 1 april 2020 uit dienst gaan met twee maanden brutosalaris als vergoeding;
- de werknemers kunnen een urenreductie van 50% en navenante korting op het salaris over de periode april 2020 tot en met augustus 2020 accepteren.
Op 30 maart 2020 vindt een tweede vergadering plaats. Alle medewerkers van de kaaswinkel kiezen voor optie b. De werknemer ondertekent een brief waarin staat dat zij instemt met de urenvermindering. Zij krijgt echter spijt van haar besluit. Per brief verzoekt zij om 100% van haar salaris uit te betalen. Dit schiet werkgever in het verkeerde keelgat. Per brief van 25 september 2020 ontslaat zij de werknemer op staande voet.
Per e-mail van 16 september 2020 roept de gemachtigde van de werknemer de nietigheid van het ontslag op staande voet in. De werknemer is bereid het werk te verrichten. Haar volledige loon moet daarom worden doorbetaald. De werknemer is echter niet meer welkom in de kaaswinkel. De werkgever stuurt een eindafrekening. Zij betaalt (onder meer) de helft van het salaris aan de werknemer.
Gerechtelijke procedure
De werknemer laat het er niet bij zitten en de zaak komt voor het gerecht. De werknemer vordert onder meer betaling van het achterstallig loon. Omdat sprake is geweest van dwaling of bedrog, moeten de afspraken over de urenvermindering vernietigd worden, aldus de werknemer.
Het gerecht gaat hier niet in mee. Een beroep op dwaling en bedrog gaat niet op. De werknemer heeft een redelijk voorstel gedaan. Weliswaar is sprake van een forse reductie van werkuren en loon, maar beëindiging van het dienstverband kan hiermee wél worden voorkomen.
De werknemer heeft een brief ondertekend waaruit blijkt dat zij instemt met de urenvermindering. Zij heeft dit besluit later per WhatsApp bevestigd. De werknemer kan hier niet meer op terugkomen.
Uw situatie
De uitspraak kunt u nalezen op rechtspraak.nl onder kenmerk: ECLI:NL:OGEAM:2021:2 .Overweegt u loonverlaging vanwege de coronapandemie? Neem bij vragen gerust contact op met één van onze advocaten.